De Egyptenaren kweekten al asperges vanwege de medicinale eigenschappen. Ze bevatten namelijk behoorlijk veel vitamines, maar ook mineralen, foliumzuur, vezels en zijn een bron van antioxidanten. Het mooie is dat ze heel weinig calorieën bevatten. De groene asperges bevatten de meeste vitamines omdat ze boven de grond groeien en dus ook zonlicht krijgen.
Asperges werken reinigend, vocht afdrijvend, wormverdrijvend, laxerend, ontstekingsremmend, bloedzuiverend, weerstand verhogend, versterkend op het immuunsysteem, zijn goed voor het hart en de spijsvertering. Ze kunnen onder andere helpen bij blaas- en nierklachten, reuma, artritis, jicht, spijsverteringsstoornissen, leverklachten, vermoeidheid, lage bloeddruk en suikerziekte.
Je kunt asperges rauw eten in een salade of gekookt. Het kan zijn dat je urine sterk gaat ruiken als je asperges gegeten hebt, dit komt door het aanwezige zwavel dat je lever omzet in mythyl mercaptaan.
Als je wilt testen of de asperges vers zijn, wrijf dan 2 stengels tegen elkaar. Maken ze een piepend geluid dan zijn ze vers, ook het topje moet stevig aanvoelen.
Super lekker en heeeeel gezond!