Eten uit de natuur...
De natuur komt volop tot bloei. Het lijkt me leuk om de komende periode een aantal "Tips" te schrijven over kruiden die je in de natuur kunt vinden en die je kunt gebruiken in de keuken. Ik geef eerst kort de geneeskrachtige werking aan en ga dan wat uitgebreider in op het keuken gebruik.
Ik begin met Smeerwortel. In de tijd dat we nog geen gips hadden, werden Smeerwortelcompressen gebruikt om breuken te genezen. Zalf gemaakt van de wortel heelt gebroken botten, ledematen en wonden. Het is ook goed te gebruiken bij blauwe plekken, kneuzingen, verstuikingen, kloven, sportblessures en reuma. Smeerwortel werkt huidherstellend, verzachten, samentrekkend, bloedstelpend en ontstekingswerend. Als je een blad kneusd en op de wond wrijft, helpt het gelijk. Thee van de wortel werkt pijnstillend, kalmerend en kan helpen bij darmzweren.
Smeerwortel is erg lekker in de soep. Kleine stukjes van het blad kun je roerbakken of in de sla doen. De plant bevat pyrrolizidine-alkaloïden, de hoogste concentratie zit in de wortel. Dit kan bij langdurig gebruik in een hoge dosering schadelijk zijn voor de lever. Gebruik het dus met mate.
Op school hebben we gevulde gefrituurde smeerwortelblaadjes gemaakt tijdens de les 'eten uit de natuur'. Dit was echt heerlijk. Ik wil dit recept graag met jullie delen.
Je hebt nodig voor 10 stuks:
- 100 g bloem
- 1,5 dl water of donker bier
- 1 ei
- 20 blaadjes Smeerwortel (2 per persoon)
- 100 g roomkaas (doe er zelf wat lekkere kruiden door)
- snufje zout, peper en cayennepeper naar smaak
Scheid de dooier van het eiwit. Zeef de bloem en het zout in een kom, voeg de eierdooier en het water/bier toe en roer dit door elkaar. Laat dit een tijdje staan.
Ondertussen kun je Smeerwortel bladeren van ongeveer dezelfde grootte zoeken. Was de bladeren en droog ze af met een schone doek.
Besmeer een blad aan één kant met de kruidenroomkaas en plak er een ander blad op.
Vlak voordat je de blaadjes door het deeg haalt, het eiwit stijf kloppen en door het beslag spatelen.
Dompel de blaadjes in het beslag en frituur ze in hete olie (180 graden) goudbruin.
Direct serveren, eventueel nog wat zout, peper en cayennepeper erover strooien.
Eten uit de natuur, lekker en puur!